Some Historical comparative remarks on the professional performance of medical practitioners, lawyers and notaries in the Netherlands
Keywords:
disciplinary procedures, professional performance, medical practitioners, lawyers, notariesAbstract
Disciplinary measures and, more broadly, the pursuit of upholding the quality of professional performance are not new but have a long history. Although the disciplinary processes, disciplinary law and the disciplinary measures imposed in the past were, in principle, intended to ensure a certain degree of decency (cf. the honour of the rank), the centre of attention seems to have now shifted to ensuring a high degree of professional expertise, including non-ethical regulation and enforcement. This contribution addresses the evolution and development of the way one attempted to guarantee the professional standards of medical practitioners, lawyers and notaries in legal history. Disciplinary law is one of the roads pursued for this purpose. In discussing these professions, their origins, their (legal) development throughout history (with an emphasis on the Modern Age) and the current state of affairs will be dealt with. Some comparative remarks then follow concerning the differences and similarities in the way these professionals sought to monitor the quality of their professional performance.
Keywords: disciplinary procedures; professional performance; medical practitioners; lawyers; notaries.
References
Ahsmann, Margreet. “Teaching the ius hodiernum: Legal Education of Advocates in the Northern Netherlands (1575-1800)”. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis (1997).
Ankum, Albert Hans. “De Romeinse tabelliones, directe voorlopers van de moderne notarissen”. Atlas van het notariaat. Van Der Marck, E.M., et al. Eds. Deventer, 1989.
Arnouts, C.J. Cornélie, Mooibroek, Maurice and Geertsma, Jurjan. “Het primaat van het tuchtrecht”. WPNR 2016/7119.
Bannier, Floris A.W. Zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Advocatengedragsrecht. Apeldoorn/Antwerpen, 2010.
Beekhuis, C.H. “Het voor advocaten en procureurs tijdens de Republiek geldende tuchtrecht”. Advocatenblad (1968).
Bitter, J.B. “Het advocatentuchtrecht”. Nederlandse Vereniging Voor Procesrecht, Tuchtrecht en Fair Play. Zwolle, 1984.
Böcker, A.G.M. & De Groot-Van Leeuwen, L.E. Klachten buiten de orde. De behandeling van klachten over advocaten via de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur. The Hague, 2002.
Bruinsma, V. & Bruinsma, G.W. De kwakzalverij met geneesmiddelen en de middelen om haar te bestrijden. Leeuwarden, 1878.
Brundage, J.A. “Vultures, Whores and Hypocrites: Images of Lawyers in Medieval Literature”. Roman legal tradition 1 (2002).
Brundage, J.A. The Medieval Origins of the Legal Profession. Canonists, Civilians, and Courts. Chicago/London, 2008.
Cappon, C.M. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is eerder al geweest. Historische kanttekeningen bij de huidige staat van het Nederlandse notariaat. Amsterdam, 2010.
Commissie Evaluatie Wet op het notarisambt. Het beste van twee werelden. The Hague, 2005.
Crook, J.A. Law and Life in Ancient Rome. London/Southampton, 1967.
De Bie, J. Reserved Procedures in Dutch Health Care: Practice, Policies and Perspectives of Physicians, Nurses and Management. Amsterdam, 2006.
De Brauw, W.M. “De Eer van den Advocatenstand”. Advocatenblad (1936).
De Gaay Fortman, B. Medisch tuchtrecht voor geneeskundigen, tandartsen en vroedvrouwen (en oplossing van geschillen). Zwolle, 1947.
De Gelder, W. De zaakwaarnemer. Wet en regt. Utrecht, 1853.
De Groot-Van Leeuwen, L. “Tuchtrecht voor de juridische beroepen: wee en wel”. AA (2016).
De Jong, R. Tussen ambt en vrij beroep. Het notariaat tussen 1842 en 1999. Amsterdam, 2002.
De Monté Ver Loren . Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling. Ed. Spruit, J.E. Deventer, 2000.
Den Tonkelaar, H. “Terugkerende vragen in het tuchtrecht”. AA (2016).
Duinkerken, B. “"Een waakent oog": een schets van het notarieel tuchtrecht tot de invoering van de Kamers van Toezicht (I)”. WPNR 6135 (1994).
Duinkerken, B. “Noviteiten in de notariswet. Het wetsontwerp van 1842 en de kritiek op enige der daarin voorgestelde hervormingen”. WPNR 92/6054.
Duinkerken, B. Gelijkheid bevredigt. Een korte kroniek van het Nederlandse notariaat. Deventer, 2012.
Duinkerken, B. Notariaat in overgangstijd 1796-1842. Deventer, 1988.
Gehlen, A.Fl. Het notariaat in tweeherig Maastricht. Assen, 1981.
Hendriks, A.C. Tuchtrecht – meer tucht dan recht. Voorzittersrede VGR 2015, in TvG 39 (2015).
Henssen, E.W.A. Twee eeuwen advocatuur in Nederland 1798-1998, with introduction by Wackie Eysten, P.A..Deventer, 1998.
Hermesdorff, B.H.D. Licht en schaduw in de advocatuur der lage landen. Leiden, 1951.
Heyman, H.W. “Bruno Tideman (1803-1881). De oprichter van de Broederschap en zijn visie op het notariaat”. WPNR 93/6094.
Heyman, H.W. “Het ontwerp voor een nieuwe notariswet van de Staatscommissie van 1867. Een blik op de problematiek van het notariaat rond het midden van de negentiende eeuw”. Quod notemus. Zes opstellen over de regelgeving betreffende het notariaat van de middeleeuwen tot vandaag. Nève, P.L., Kuys, J.A.E., Verbeek, J.J. Eds. Deventer 1993.
Jansen, C. “De opleiding van de Nederlandse advocaat vanaf het einde van de achttiende eeuw”. Pro memorie (2009).
Jansen, C. “De opleiding van de Nederlandse advocaat vanaf het einde van de achttiende eeuw”. Pro memorie (2009).
Kleiboer, M.A. & Huls, N.J. Tuchtrecht op de terugtocht? Wettelijk, niet hiërarchisch tuchtrecht: een vergelijkende analyse. Utrecht, 2001.
Le Bailly, M.-C., Brood, P. “Advocatuur in de Noordelijke Nederlanden tot 1838. Verkenning van een weinig betreden onderzoeksterrein”. Pro Memorie (2009).
Lindeboom, G.A. Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland. Haarlem, 1981.
Lindeboom, G.A. Hippocrates. Antwerp/Amsterdam, 1948.
Lindeboom, G.A. Inleiding tot de geschiedenis der geneeskunde. ed. M.J. Van Lieburg. Rotterdam, 1993.
Martyn, G. “De advocatuur in het oude graafschap Vlaanderen”. Pro Memorie 11 (2009).
Matthijssen, J. Het rechtsboek van den Briel beschreven in vijf tractaten. Eds. Fruin, J.A. & Pols, M.S. The Hague, 1880.
Melis, J.C.H. De Notariswet. Eds. Santen, A.H.M. & Waaijer, B.C.M. Zwolle, 1991.
Melis, J.C.H. De Notariswet. Ed. Waaijer, B.C.M. Deventer, 2012.
Millenaar, J.L. “Professionalisering van het adviesvak. Een vergelijking met de groei en bloei van drie andere professies”. M&O 65 (2011).
Milo, J.M. & Van Dongen, E.G.D. Procesgids Hof van Utrecht. Hoofdlijnen van het procederen in civiele zaken. Hilversum, 2018.
Muntendam, P. Woord vooraf, in: 25 jaar medisch tuchtrecht. The Hague, 1955.
Oosterbosch, M. “De regelgeving op het notariaat in de Nederlanden tijdens de late Middeleeuwen”. Quod notemus. Zes opstellen over de regelgeving betreffende het notariaat van de middeleeuwen tot vandaag. Eds.Nève, P.L., Kuys, J.A.E., Verbeek, J.J. Deventer, 1993.
Oosterbosch, M., et al. “Het notariaat in de Belgische territoria tijdens de Middeleeuwen”. Het notariaat in België van de Middeleeuwen tot heden. Eds. Bruneel, Cl., Godding, Ph. & Stevens, F. Brussels, 1998.
Philippa, M., et al. Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Amsterdam, 2003-2009.
Pitlo, A. De zeventiende en achttiende eeuwsche notarisboeken en wat zij ons omtrent ons oude notariaat leeren. Haarlem, 1948.
Prioreschi, P. A History of Medicine: Roman Medicine, III. Omaha, 1998.
Querido, A. Een eeuw Staatstoezicht op de Volksgezondheid. The Hague, 1965.
Quintelier, B. “Opkomst en ondergang van de Nationale Orde van Advocaten in België”. Pro Memorie (2009).
Renckens, C.N.M. De geschiedenis van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (2001).
Renckens, C.N.M., Van Dam, F.S.A.M., Koene, R.A.P. “Strenge tuchtrechtelijke maatregelen in de zaak-Millecam: belangrijke jurisprudentie voor het aanscherpen van de gedragsregels door de wetenschappelijke verenigingen en de KNMG”. NTvG (2006).
Roelofsen, C.G. “Hugo de Groot (1583-1645)”. Zestig juristen. Bijdragen tot een beeld van de geschiedenis der Nederlandse rechtswetenschap. Eds.Veen, T.J. & Kop, P.C. Zwolle, 1987.
Roodbol, P. Dwaallichten, struikeltochten en zangsporen: Onderzoek naar taakherschikking tussen verpleging en artsen. Groningen, 2005.
Rutgers, G.R. “Reglement III. Een onderzoek naar het ontstaan van het Reglement van orde en discipline voor de advocaten en procureurs in Nederland rond 1838”. Advocatenblad (1977).
Sanders, D. De praktijk van het medisch tuchtrecht. Deventer, 1967.
Sanders. R. Orde en discipline. Een onderzoek naar de ontwikkeling en reikwijdte van het advocatentuchtrecht. The Hague, 2017.
Simmons, J. G. Doctors and Discoveries: Lives that Created Today’s Medicine. Boston, 2002.
Sluijters, B. “Koren en kaf, Over alternatieve geneeswijzen”. TvG 5 (2006).
Stevans, J.A.S. The Emperor Justinian and the Byzantine Empire. Connecticut/London, 2005.
Stipriaan Luïscius, J.M. “De advocaat” Themis (1913).
Van Aken, J.E. “De Body of Knowledge van de organisatieadviseur. Mogelijkheid tot profilering van een prille en lichte professie”. M&O 54 (2000).
Van Der Feen, T. The Bar Association; their Origin, History, Appearance and Decay. The Hague/ Amsterdam, 1841.
Van Der Linden, J. De ware pleiter. Amsterdam, 1827.
Van Der Meulen, W. Ordonnantie ende instructie op de Stijl ende maniere van procederen voor den Hove van Utrecht zoo in Civile als Crimineele zaken. Utrecht, 1706.
Van Kuyk, J. “De advocaten in den tijd onzer Republiek (enkele historische gegevens)”. Advocatenblad (1920).
Van Kuyk, J. “Een eere-code voor de advocaten”. Advocatenblad (1921).
Veen, T. “Elias Wigeri over het procesrecht als deel van de academische rechtenstudie (1772)”. Pro Memorie ( 2002).
Verkijk, R. “De eer van de stand”. Pro Memorie (2009).
Verkijk, R. De advocaat in het burgerlijk proces. The Hague, 2010.
Waaijer, B.C.M. “Het notariële tuchtrecht als bron van deontologie”. WPNR (2008/6778).